Plantenziekten herkennen: welk beestje heeft mijn plant? (afbeeldingen + stappenplan)
Ongedierte op je kamerplant, je wilt er niet aan denken, maar het kan wel voorkomen. Een beestje op je planten is in de meeste gevallen geen goed teken.
De meeste insecten die op je kamerplanten voorkomen, doen schade aan je plant, resulterend in planten die er ziek uitzien. Het ongedierte zuigt de sappen uit het blad of eten het bladweefsel.
Daarom is het belangrijk om wat basiskennis van verschillende beestjes te hebben, zodat je weet waar je op moet letten en op het juiste moment actie kan ondernemen.
Dus heb je bijvoorbeeld last van witte beestjes, gele beestjes of zwarte beestjes op je kamerplant, of zitten er vlekjes op de bladeren? In dit artikel vertel ik je alles over de verschillende beestjes die op je kamerplanten kunnen voorkomen met handige afbeeldingen en stappenplannen om er weer vanaf te komen.
Waarom zitten er beestjes op mijn kamerplant?
Eerst even ter geruststelling: je bent geen slechte plantenouder als je beestjes in je kamerplant zitten. Het kan iedereen met planten in huis overkomen en het zal ook bij bijna iedereen eens gebeuren. Ongedierte kan van buitenaf een weg vinden naar je kamerplant. Soms hebben ze vleugels waarmee ze naar je plant vliegen. Soms blijven ze aan je kleding hangen of komen ze met een nieuwe plant uit het tuincentrum mee. En ook tocht zorgt voor meer ongedierte in huis. Zo zijn er allerlei wegen waarop jouw planten gevonden kunnen worden door ongedierte. Als je plant ook nog eens in niet optimale gezondheid verkeert, bijvoorbeeld omdat hij te veel water of te weinig licht krijgt, wordt hij extra aantrekkelijk. Sommige beestjes kunnen dat gewoon ruiken.
Hoe herken je beestjes op je kamerplant?
Het is belangrijk om een eventuele besmetting snel in de smiezen te hebben, om de ongewenste inwoners snel weer uit je huis te krijgen. Keer daarom regelmatig ook eens wat blaadjes om, wanneer je je planten water geeft en let op tekenen als verkleuring in het blad, wollige pluisjes en plakkerige afzetting.
Vaak zie je dat je plant niet helemaal gelukkig is, terwijl je wel weet dat de verzorging goed is. Per beestje kan de schade er net wat anders uitzien, maar bij de volgende kenmerken is het goed om te checken of er geen beestje op je plant zit.
de blaadjes krijgen gele of zilverachtige vlekken
de nieuwe groei is misvormd
er ligt plakkerig spul op de bladeren of de ruimte rondom de pot
er vallen bladeren van je plant
je ziet schimmel in je plant
Welk beestje zit op mijn kamerplant? Een overzicht van de verschillende beestjes + afbeeldingen
Er zijn veel verschillende soorten ongedierte. Je kunt ze niet allemaal op dezelfde manier bestrijden, dus het is belangrijk dat je weet wat voor beestje er precies op je kamerplant zit. Hieronder beschrijf ik de kenmerken waaraan je de meest voorkomende beestjes kunt herkennen, in het kort wat bestrijdingstips en een link naar een uitgebreid artikel voor als je nog meer wilt leren.
Rouwvliegjes herkennen en bestrijden
Herkenning: rouwvliegjes, of eigenlijk de varenrouwmug, vliegen rondom de potgrond van je plant, maar ook door het hele huis. Het lijken net fruitvliegjes, maar zijn een slag kleiner. Het zijn de meest voorkomende beestjes op kamerplanten. Ze leggen hun eitjes graag in vochtige potgrond en de larven kunnen de wortels van je kamerplant aantasten.
Bestrijding: de meest effectieve manier om ze te bestrijden is het gebruik van aaltjes. Dat zijn natuurlijke vijanden van de rouwvliegjes en zorgen ervoor dat alle larven en eitjes dood gaan. Voor de volwassen vliegjes zet je gele of groene vangplaatjes neer. Deze vangplaatjes kun je altijd in je plant laten staan, zo herken je snel of er een nieuwe plaag de kop opsteekt. Lees hier meer over bestrijding van rouwvliegjes of koop het voordelige combi-pakket met aaltjes en groene vangplaatjes bij Insect Heroes.
Trips herkennen en bestrijden
Herkenning: trips zijn erg klein, waardoor je meestal eerder de schade dan het beestje spot. Trips maken zilverachtige of gelige plekken op de bladeren van je plant. Ze zitten vaak op de onderkant van het blad en hier kun je zowel de larven als de volwassen trips vinden. De volwassen trips zijn 1 tot 2 mm lang, langwerpig van vorm en meestal zwart van kleur, maar er bestaan ook bruine en beige soorten. De tripslarven zijn kleiner, rond van vorm en beige van kleur. Vooral de larven vind je op een kluitje bij elkaar. Soms zie je ook de tripspoepjes op je plant, in de vlekken op het blad zitten dan kleine zwarte puntjes.
Bestrijding: trips is erg lastig te bestrijden, ze zijn voor steeds meer middelen resistent en ze hebben een flinke voortplantingsdrang. Ze leggen eitjes in het oppervlak van het blad, daar waar jouw spray niet bij kan. Een kleine plaag verwijder je handmatig, een grotere plaag met een bestrijdingsmiddel. Maak zelf een mengsel van groene zeep (20ml), spiritus (10 ml) en water (1l) of koop een spray die actief is tegen trips. Lees voor meer informatie over sprays tegen trips ook mijn artikel: Hardnekkige trips bestrijden met sprays op basis van natuurlijke stoffen. Je kunt trips ook bestrijden met natuurlijke vijanden. Daarover lees je meer in dit uitgebreide artikel over trips bestrijden met natuurlijke vijanden. Bij alle bestrijdingsmethodes geldt dat je het een paar keer moet herhalen, zodat je ook die nieuwe generatie te pakken hebt.
Spint of spintmijt herkennen en bestrijden
Herkenning: spintmijten zijn erg klein en met het blote oog lastig zichtbaar. Je kunt ze herkennen aan de fijne webjes die ze maken, deze liggen over het blad heen. Ook zal je plant vlekken op het blad krijgen. Verdenk je je plant op beestjes? Kijk dan een tijdje rustig naar je plant om te zien of je hele kleine stipjes ziet bewegen. Als je die ziet, hebt je waarschijnlijk last van spint.
Bestrijding: delen die flink zijn aangetast, kun je het best afknippen. Verder zijn er sprays die specifiek tegen spint werken. Maar het snelst kom je van een plaag af als je roofmijten inzet, dit zijn de natuurlijke vijanden van spint. In dit uitgebreide artikel lees je alles over bestrijding van spint met roofmijten.
Wolluis herkennen en bestrijden
Herkenning: kleine pluizige, witte plekjes in je plant. Lijkt soms op een soort schimmeltje. De eitjes worden ingepakt in een wit wollig beschermlaagje. Je vindt ze vooral op de onderkant van de bladeren en verstopt in de bladoksels. Houdt van allerlei planten en is ook veel op vetplanten en cactussen te vinden.
Bestrijding: Bij een kleine plaag stip je de wolluizen één voor één aan met een wattenstaafje gedrenkt in spiritus. Bij een grote plaag gebruik je een spray die specifiek tegen wolluis werkt of natuurlijke vijanden. Over deze bestrijdingsmethodes tegen wolluis lees je meer in dit uitgebreide artikel.
Schildluis herkennen en bestrijden
Herkenning: bruine schildjes die tegen de plant aan zitten geplakt, vaak onder het blad of op de stam. Ze zijn vaak lastig te herkennen, omdat ze bijna één lijken met de plant. Schildluis lijkt erg op dopluis, met het grote verschil dat ze geen honingdauw afscheiden. Je kunt ze ook met je nagel van de plant af wippen.
Bestrijding: bij een kleine infectie verwijder je de beestjes met een wattenstaafje gedrenkt in spiritus. Een grotere plaag heeft zwaarder geschut nodig. Gebruik een spray die specifiek tegen schildluis werkt, zoals bijvoorbeeld deze spray tegen schildluis op bol.com. Een huisgemaakte spray zal niet door het schild heen dringen en werkt niet voldoende.
Dopluis herkennen en bestrijden
Herkenning: bruine dopjes of schildjes op de stam en rondom de nerven van het blad. Ze zijn vaak lastig te herkennen, omdat ze bijna één lijken met de plant. Met je nagel kun je ze eraf wippen. Ze scheiden ook honingdauw af, waardoor je plant en pot plakkerig kunnen worden. Ze zijn wat hoger en boller dan de bovenstaande schildluis.
Bestrijding: bij een kleine infectie verwijder je de beestjes met een wattenstaafje gedrenkt in spiritus. Een grotere plaag heeft zwaarder geschut nodig. Gebruik een spray die specifiek tegen dopluis werkt, zoals bijvoorbeeld deze spray tegen dopluis op bol.com. Een huisgemaakte spray zal niet door het dopje heen dringen en werkt niet voldoende.
Bladluis herkennen en bestrijden
Herkenning: wie herkent de bladluis niet? Hij komt meestal op tuinplanten voor, maar kan ook op je kamerplanten verschijnen. Het zijn kleine bolletjes en hebben meestal een groene kleur, maar ze kunnen ook zwart, oranje, bruin of beige zijn, afhankelijk van hun voedsel. Ze zitten vaak op de groeipunten of bloemknoppen van je plant, deze kunnen dan ook vervormd raken.
Bestrijding: bij een kleine infectie spoel je de plant regelmatig af, zo verwijder je de bladluizen van de plant op de meest natuurlijke manier. Blijven ze hardnekkig terugkomen? Bestrijd ze dan met een huisgemaakte spray van groene zeep (20ml) en water (1l), of ga voor zwaarder geschut als een spray tegen bladluis of natuurlijke vijanden. Hierover lees je meer in het uitgebreide artikel over bladluis.
Hoe bestrijd ik de beestjes op mijn kamerplant?
Het verschilt per beestje hoe je deze het best kunt bestrijden en het is dus lastig om één stappenplan voor alle beestjes te maken: sommige zitten op het blad, waar andere zich juist in de potgrond verschuilen. Je kunt spuiten met sprays op natuurlijke basis of op chemische basis, of je zet natuurlijke vijanden in om van je ongedierte af te komen. Het gebruik van natuurlijke vijanden is vooral handig als je een grote plaag hebt én veel planten. Heb je maar een enkele plant die besmet is, dan kan je het best met een spray aan de slag gaan. Een uitzondering hierbij zijn de rouwvliegjes, waarbij het gebruik van aaltjes de meest effectieve manier is om er vanaf te komen. Bij de artikelen over de verschillende beestjes die je hierboven vindt, leer je meer over het bestrijden van elk beestje specifiek. De volgende stappen kun je wel altijd toepassen bij het bestrijden van ongedierte.
Zet je plant in quarantaine
Besluit welke bestrijdingsmethode je gaat toepassen
Bestrijdt het ongedierte
Herhaal de bestrijding
Geniet van je gezonde plant en hou hem in de gaten
1. Quarantaine
Het allereerste dat je doet is je plant in quarantaine zetten, zodat er geen andere planten besmet worden. Soms is het voldoende om je plant wat verder weg te zetten, zodat hij geen andere planten aanraakt, bijvoorbeeld bij dopluis of wolluis. Bij beestjes die kunnen vliegen is dat niet voldoende, zoals bij trips of rouwvliegjes. Dan is een aparte ruimte echt aan te raden. Kan dat niet, zet hem dan zo ver mogelijk weg van je andere planten. Controleer ook je andere planten op ongedierte, want ze kunnen zich vaak gemakkelijk verspreiden.
2. Bestrijdingsmethode
Ga na hoe groot de plaag is. Een kleine plaag kun je in eerste instantie handmatig verwijderen. Controleer je plant elke dag voor een aantal weken. Heb je daar geen tijd voor of werkt het niet voldoende? Beslis dan of je met een spray of met natuurlijke vijanden aan de slag wilt gaan. Bij een spray heb je nog de mogelijkheid om zelf een spray te maken op basis van groene zeep (20 ml) en water (1L) (en eventueel 10 ml spiritus) of er één te kopen.
Als je een chemische spray gebruikt, dan is het belangrijk dat dat niet in de natuur terechtkomt. Spray dus liever in de badkamer met een kleedje over het doucheputje, dan dat je het buiten in de tuin doet. Zo voorkom je dat je andere beestjes de das om doet. Bij het inspuiten van je plant is het belangrijk dat je je hele plant raakt, ook de onderkanten en alle kleine hoekjes en gaatjes van je plant. Herhaal de behandeling elke twee weken tot je geen beestjes meer op je plant aantreft. Het regelmatig gebruiken van een chemische spray kan ervoor zorgen dat een beestje na verloop van tijd resistent wordt, waardoor er nog sterkere middelen ingezet moeten worden. Bij het inzetten van natuurlijke vijanden, voorkom je dit probleem. Daarmee voorkom je ook gelijk het gebruik van gif in je kamerplant. Wil je meer weten over het bestrijden met natuurlijke vijanden? Lees dan eerst dit artikel met de meest gestelde vragen.
3 & 4. Bestrijd het ongedierte en herhaal de bestrijding
Pas de gekozen methode toe om van je beestjes af te komen. Als je een spray gebruikt, kun je deze na twee weken opnieuw toepassen en twee weken laten nog eens. Deze herhaling is belangrijk, omdat anders een nieuwe generatie de ruimte krijgt om zich te verspreiden. Bij het gebruik van natuurlijke vijanden moet je de behandeling soms ook herhalen. Zie je na een paar weken nog steeds ongedierte, dan zet je een nieuwe batch in.
4. Houd je plant in de gaten
Je plant is nu als het goed is hersteld van de plaag. De lelijkste bladeren kun je afknippen en je kunt weer genieten van de nieuwe groei. Controleer je plant nog wel regelmatig. Soms is er toch nog een enkel eitje overgebleven dat maanden later uit komt. Of soms komt er gewoon een nieuwe plaag op je plant. Met een regelmatige controle heb je de plaag snel onder controle.
Hoe voorkom ik dat er beestjes op mijn kamerplant komen?
Helemaal voorkomen dat er beestjes op je planten komen is nagenoeg onmogelijk. Sommige komen namelijk gewoon door je raam naar binnen vliegen. Maar je plant wordt minder aantrekkelijk voor ongedierte als hij in een goede gezondheid is. Dus voldoende licht, water en voedingsstoffen. Daarnaast houden veel beestjes van een lage luchtvochtigheid, dus door deze juist wat hoger te houden, schrik je de beestjes een beetje af. En de meeste planten vinden dat ook fijn. Vooral in het voorjaar is het opletten geblazen: veel ongedierte houdt zich in de winter koest, om in de lente weer explosief te vermeerderen. Door een eventuele plaag vroeg op te sporen, kan je de ergste schade voor zijn.
Als je vaak last hebt van dezelfde beestjes, kun je ook preventief gaan bestrijden. Dat kan met natuurlijke vijanden, zoals het preventief bestrijden van rouwvliegjes met dit combi-pakket van Insect Heroes. De natuurlijke vijanden zet je preventief in kleine dosis in, zodat ze het begin van een plaag meteen de kop in drukken. Bij de uitgebreide artikelen over het ongedierte die je hierboven vindt, vind je ook meer informatie over preventief bestrijden.
Moet ik een kamerplant weggooien als hij beestjes heeft?
Vaak kan een plant zich helemaal herstellen van een plaag. Maar sommige beestjes zijn hardnekkiger dan andere en bij een hele grote plaag met veel schade aan je plant, zal je misschien geneigd zijn om afscheid te nemen van je plant. Vooral trips is erg vervelend. Het is een beestje dat lastig te bestrijden is en ook vaak weer terugkomt. Als de bestrijding keer op keer niet lukt en er niet veel meer over is van je mooie kamerplant, kun je er natuurlijk altijd voor kiezen om die plant weg te doen. Maar als je er nog geen afscheid van wil nemen, dan hoeft dat niet altijd. In veel gevallen kun je de plant ook helemaal terugsnoeien tot er alleen een kale stam over is en hem dan opnieuw laten uitlopen. Denk hierbij aan een Yucca, Dracaena of Ficus. Zo maakt je plant een frisse start.
Kun je natuurlijke vijanden combineren met sprays?
Het verschilt per spray of je naderhand meteen natuurlijk vijanden kunt inzetten of dat je nog een tijd moet wachten. Bij natuurlijke sprays op basis van vetzuren, oftewel zeep, kun je natuurlijke vijanden uitzetten zodra de vloeistof is opgedroogd. Deze sprays hebben een mechanische werking, ze vormen een laagje op het plaaginsect heen. Daarom kun je de natuurlijke vijanden inzetten, zodra de spray is opgedroogd. Dit geldt ook voor een huisgemaakt spray op basis van spiritus en groene zeep.
Bij sprays met chemicaliën zul je langer moeten wachten. Per stof verschilt het hoe lang het duurt voordat de stof afbreekt door zonlicht. Zo moet je bij een spray met pyretrhinen minimaal 2 weken wachten. Als insecten, en dus ook natuurlijke vijanden, pyretrhinen binnenkrijgen dan heeft dat invloed op het zenuwstelsel, het verlamt het insect. Voor de zekerheid dus even wachten, ook al eten de natuurlijke vijanden niet van de bladeren. Bij neemolie kun je na één week natuurlijke vijanden inzetten.
Als je bijvoorbeeld tegelijk rouwvliegjes en trips wilt bestrijden en je wilt voor de rouwvliegjes aaltjes inzetten en voor de trips een spray gebruiken, kun je het volgende doen: begiet de potgrond met het aaltjesmengsel. Deze werken niet alleen tegen de rouwvliegjes, maar ook tegen de poppen van de trips die zich in de grond bevinden, dus dat is mooi meegenomen. De spray kun je ook direct toepassen, zolang je ervoor zorgt dat deze niet op de potgrond terechtkomt. Bescherm de potgrond met bijvoorbeeld een plastic zak en haal deze pas weg nadat je plant is uitgedruppeld. Zo kun je twee plagen in één keer bestrijden.
Meer posts over beestjes op je planten:
Wil je meer leren over het verzorgen & stekken van je planten?
Bekijk dan mijn boek Stek Je Plant. In dit boek leer ik je alles over het stekken van je groene huisgenoten en de basics van plantenverzorging, inclusief een enorme stekjesgids met de 40 planten die het populairst zijn op Instagram of gewoon heel leuk zijn om te stekken.
Bekijk Stek Je Plant op Bol.com