De beste manier om je planten water te geven

Geef je water van boven, van onderen, één keer per week, of juist om de dag? Te veel water zorgt ervoor dat je plant verdrinkt, en bij te weinig water verdroogt je plant. Maar wat is dan de beste manier om je planten water te geven? Ik kan je alvast verklappen: die is er niet! Er is niet één manier die voor iedereen en voor elke plant goed werkt, maar je kunt wel leren aanvoelen wat je plant nodig heeft. Daarom laat ik je in dit artikel de verschillende manieren zien waarop je je planten water kunt geven, zodat je zelf kunt uitvinden wat voor jou en je planten het beste werkt.

Foto: Aline Bouma

Hoe vaak geef je je planten water?

Werk je met een schema, of ga je juist go with the flow? Wat je in ieder geval niet moet doen is elke week op een vast moment een vaste hoeveelheid water bij je plant gooien. Je plant heeft namelijk niet elke week evenveel water nodig. Sommige weken zijn warm en dan drinkt je plant meer. In de winter is er minder licht, waardoor je plant juist veel minder water gebruikt. Dus als je elke keer evenveel water geeft, leidt dat tot problemen: hij kan, zonder dat je het in de gaten hebt, te veel water krijgen. Zelf vind ik het wel fijn om volgens een schema water te geven, gewoon omdat ik het anders vergeet. Maar veel andere plantenliefhebbers zweren bij een go-with-the-flow aanpak. Ik laat je zien hoe beide manieren eruit kunnen zien.

Mijn favoriete methode: Water geven volgens een schema

Voordat je denkt: ‘het hele internet staat vol met uitspraken dat dit echt niet kan!’, wacht dan even. Want ik geef mijn planten altijd volgens een schema water. Doe ik dat niet, dan sla ik planten per ongeluk over, weet ik niet meer welke wel en niet hebben gehad en hoe lang het geleden was dat ze water hebben gekregen. Dat is niet handig voor planten die baat hebben bij een regelmatige verzorging. 

Zo doe ik het: elke week op zondag controleer ik al mijn planten om te zien of ze water nodig hebben. Om de week neem ik ook mijn vetplanten en cactussen mee. En in de warmere maanden controleer ik de dorstige planten ook nog op de woensdagen. Ik gooi niet zomaar bij elke plant water, maar check altijd eerst de aarde. Is deze al droog of nog vochtig? Eventueel gebruik ik hier een vochtmeter voor. Lees hier meer over vochtmeters en hoe je ze kunt gebruiken of scoor meteen deze goedkope vochtmeter op Bol.com. Alleen de planten waarvan de aarde al droog is krijgen water. Als de aarde nog vochtig is, dan wacht ik een week of geef ik alleen een klein slokje om de komende week door te komen. Zo pas ik de watergift dus wel aan aan de plant en de omstandigheden, maar zit er zeker een goede regelmaat in.

Alternatieve methode: Go-with-the-flow water geven

De go with the flow-aanpak is ideaal als je niet zoveel planten hebt, of veel tijd hebt om elke dag je planten even langs te gaan. Het idee is dat je niet op een vast moment je planten water geeft, maar telkens controleert of je planten er al aan toe zijn. Dat betekent dat je heel regelmatig je planten moet checken of ze al toe zijn aan een slok. Dat kan er bijvoorbeeld zo uitzien: om de dag controleer je de grond van al je planten, kijk je of er al bladeren hangen en geef je die planten die het nodig hebben water. Het voordeel aan deze methode is dat je planten precies op het moment dat ze het nodig hebben water krijgen. Het nadeel voor een vergeetachtig persoon als ikzelf, is dat ik zo een week of nog langer kan vergeten mijn planten te controleren en ze dus te lang droog kunnen staan. Je planten kunnen er wel wat weerbaarder van worden, ze raken eraan gewend om wat langer droog te staan en zullen het daardoor minder erg vinden als je ze een keer vergeet.

Twee cactussen die water krijgen uit een gouden gieter

Cactussen hebben ook zo nu en dan water nodig

Hoeveel water heeft mijn plant nodig en hoe moet je je planten water geven: dompelen, gieten of van onder?

Ook bij de manier van water geven zijn er verschillende voorkeuren die ik je graag vertel, zodat je de methode die voor jou het beste werkt kunt kiezen. De hoeveelheid water die je aan je plant geeft, is namelijk ook afhankelijk van de manier waarop je je plant water geeft. 

Optie 1: Verzadig de potgrond met water met dompelen of gieten

Je kunt er voor kiezen om de potgrond elke keer door en door te verzadigen als je water geeft. Je geeft dan water tot het uit de pot loopt. Dit kun je alleen doen als je plant in een binnenpot met gaatjes onderin staat, zodat het water ook echt uit de pot kan lopen. Zet je plant in de gootsteen, of laat hem in de sierpot staan, maar zorg er dan wel voor dat je het overtollige water naderhand weggooit. Giet zoveel water op de aarde tot je het eruit ziet lopen en laat hem daarna goed uitlekken. Je kan je plant ook in een flink laag water in de gootsteen zetten. Laat de grond het vocht opzuigen tot het helemaal verzadigd is en laat het daarna uitdruppelen, dit heet dompelen. 

Het voordeel aan deze methodes is dat alle wortels voldoende vochtig worden en daardoor gelijkmatig kunnen groeien. Ook heb je bij het doorspoelen minder snel last van opbouw van zouten, zoals kalk uit kraanwater of zouten uit plantenvoeding, omdat deze uit de pot spoelen. Bij het dompelen blijven de zouten juist weer op de grond liggen. Dan is het verstandig om de grond soms door te spoelen. Het nadeel is dat het soms een waterballet kan worden en dat je planten in potten met gaten onderin moeten staan. Ook kan er soms aarde uit de gaatjes spoelen, wat je naderhand op moet ruimen. Als je vergeet het water uit de overpot te halen, kan je plant te lang te nat staan. 

Deze methode past bij de go-with-the-flow watergevers en bij planten die in heel luchtige potgrond staan, bijvoorbeeld grond waar veel perliet en boomschors in zit. Bij heel compacte potgrond kan het zijn dat de grond te lang nat blijft, waardoor je een grotere kans hebt op wortelrot. In het meest ideale geval is je plant na 1 tot 2 weken weer toe aan een nieuwe watergeefbeurt. Blijft de grond veel langer nat, dan kun je ook voor de volgende methode gaan, waarbij je minder water in één keer geeft.

Dompelen is ook fijn voor planten waarvan de potgrond helemaal is uitgedroogd. Je kunt je plant dan zo een half uur tot een uur in het water laten staan, waarna je controleert of de grond weer verzadigd is.

Optie 2: Van boven gieten

Dit is misschien wel de meest gebruikelijke manier van je planten water geven: je neemt je gieter, loopt langs je planten, checkt de aarde en geeft zoveel water als je denkt dat je plant nodig heeft. Je verzadigd de grond dus niet helemaal, maar zorgt wel voor voldoende nieuw vocht in de grond. Geef alleen water op de aarde en niet op de bladeren of tussen de takken. Daar kan het water blijven liggen en voor problemen zorgen. Geef rondom de basis van de plant water, zodat de aarde zo gelijkmatig mogelijk vochtig wordt. Zo voorkom je dat alleen de wortels aan een kant van de pot water krijgen en de andere kant droog staan. Vooral bij planten in de grote potten is dit belangrijk. 

Hoeveel water je precies geeft, verschilt per keer en per plant. Geef in het begin water volgens je intuïtie en controleer de grond. Is de grond na een paar dagen al kurkdroog, dan kan je meer water geven. Is de grond na een week nog steeds zeiknat, dan kan je de volgende keer minder water geven.

Deze methode past goed bij de schema watergevers en bij planten die in normale potgrond staan.

Kleine plantjes water geven van onderen via een schotel

Optie 3: Water geven van onderen

Er zijn een paar planten waarbij water geven van onderaf beter werkt dan de grond van bovenaf begieten. Dit is bijvoorbeeld omdat ze heel fijne haartjes op de steeltjes en blaadjes hebben die makkelijk gaan schimmelen als er vochtdruppels op liggen. Hierbij kun je denken aan verschillende bladbegonia’s, maar ook aan vetplantjes. Bijvoorbeeld plantjes als de erwtenplant (Senecio rowleyanus), het Chinees lantaarnplantje (Ceropegia woodii) en de Pilea glauca hebben daar baat bij. 

Ook een orchidee kan je goed op deze manier water geven: wacht tot de wortels niet meer groen zijn, maar grijzig. Zet je plant in een kommetje en giet water over de wortels heen. Laat de wortels nog een half uurtje in het water staan om vocht op te nemen. Hierna laat je je plant goed uitdruppelen en zet je hem terug op z’n plek. 

In principe kun je alle planten van onderaf water geven, maar het werkt vooral effectief bij kleine plantjes. De aarde kan zo makkelijk voldoende vocht opnemen, waar het water bij het begieten van boven soms te snel uit het potje loopt, terwijl de aarde niks heeft opgenomen. Bij grote planten kan het soms erg lang duren voordat je aarde voldoende vocht heeft opgenomen, waardoor het voor grote planten meestal niet zo goed werkt. Hier lees je meer over het water geven van onderaf.

Je plant sprayen met een plantenspuit of luchtbevochtiger

Veel planten leven in tropische gebieden met hoge luchtvochtigheid. Hoge luchtvochtigheid binnenshuis zorgt voor minder bruine randjes aan de bladeren en planten die beter groeien. Afhankelijk van je huis, kan de luchtvochtigheid erg laag zijn. Weet je niet goed of je een hoge of lage luchtvochtigheid hebt? Schaf dan eerst een hygrometer aan, zoals deze handiger hygrometer op bol. Je kunt de bruine randjes aan de bladeren deels oplossen door je planten te sprayen met een plantenspuit. Hier heb ik aparte artikelen over geschreven: lees alles over de verschillende toepassingen van je plantenspuit en leer over het hoe en waarom van luchtvochtigheid en luchtbevochtigers.

Wat is het beste moment om je planten water te geven?

Idealiter geef je je planten in de ochtend water. Zo heeft je plant voldoende vocht om de hele dag flink aan fotosynthese te doen. Kun je je planten alleen ‘s avonds water geven? Geen nood, je plant gaat er niet aan dood, het is alleen iets minder ideaal. In de winter is het wel goed om op te letten dat het niet te koud wordt in de nacht. Als het erg afkoelt, heb je een grotere kans op wortelrot, wat sneller ontstaat bij kou en vochtige grond. Hier lees je meer over kamerplanten en lage temperaturen in de winter.

Foto: Aline Bouma

Geef je je plant beter regenwater of kraanwater?

In eerste instantie is kraanwater prima voor je kamerplanten. Er zijn een paar bijzondere uitzonderingen die er echt niet op gedijen, bijvoorbeeld vleesetende plantjes, maar verder komt het niet zo nauw. Heb je makkelijk regenwater ter beschikking, dan zou ik echter zeker aanraden dit te gebruiken. Het is duurzamer en er zijn verschillende voordelen. In dit artikel lees je wat de voordelen van regenwater boven kraanwater zijn.

Hoe geef je je planten water als je op vakantie gaat?

Water geven als je van huis bent kan soms echte een uitdaging zijn. Vooral omdat we vaak in de zomer weg zijn, de periode waarin je planten juist het meest water nodig hebben. Als je echt lang weggaat, is de beste optie om een plantenoppas te regelen. Voor kortere periodes geef ik in dit artikel allerlei vakantietips voor je kamerplanten

Kan je je planten ook automatisch water geven?

Wil je je planten niet zelf water geven? Dan kun je kijken naar een watergeefsysteem. Ik moet toegeven dat ik van de meeste systemen geen fan ben. Ze geven vaak te veel water en omdat je denkt dat het wel snor zit, controleer je je planten minder vaak, waardoor je problemen te laat ziet. Wil je je er wel in verdiepen? Lees dan dit artikel over waterbollen en watergeefsystemen

Hoeveel licht hebben kamerplanten nodig?

In mijn boek Een huis vol planten leer ik je alles over de lichtinval in je huis. Je leert aan de hand van handige tekeningen en schema’s het licht in je huis in alle seizoenen te analyseren, om zo je kamerplanten en hun lichtbehoeftes beter te begrijpen. Je kamerplanten staan nooit meer op een te lichte of te donkere plek: voortaan weet je precies welke plant op welke plek in je huis gelukkig wordt!
Bekijk mijn boek Een huis vol planten op Bol.com

Cover van het boek Een huis vol planten

⭐⭐⭐⭐⭐ 4,9/5 (94 reviews)


Gerelateerde posts over winter