Hoeveel zonlicht heeft een plant nodig?

De basis van het verzorgen van je kamerplanten bestaat niet alleen uit het geven van water. Misschien nog wel belangrijker is het geven van licht. En daarmee bedoel ik dat je plant op de juiste plek staat, waar hij voldoende licht krijgt om goed te groeien.

Planten en licht vormen de perfecte combinatie. Zonder licht zouden er geen planten zijn. Je kunt nog zo goed water geven en de juiste voeding voor je plant uitkiezen, afstoffen en verpotten, maar als je je kamerplant geen licht geeft, zal deze het niet overleven. Je kunt dus niet zomaar een plant neerzetten waar deze het mooiste staat. Daardoor kan het zijn dat je plant niet goed groeit, beschadigd raakt door te veel licht, of juist wegkwijnt door te weinig licht. Daarom is licht het allerbelangrijkste om je planten mooi en gezond te houden. Om je planten goed te laten groeien, moet je hiervoor oog ontwikkelen. In dit artikel vind je voor elke plek in huis de beste planten.

Rhaphidophora in de schaduw achter een kastje

Hoe gebruiken planten licht?

Zonder licht kan je plant geen glucose produceren en dus ook niet overleven. Zet je een plant in het donker neer, dan zal deze wegkwijnen. Zonder licht is er geen leven, en planten hebben de unieke eigenschap dat ze licht kunnen ‘eten’. Dat is best indrukwekkend. Het proces waarmee een plant licht omzet in voedsel heet fotosynthese, waarbij een plant naast licht, koolstofdioxide (CO2) en water gebruikt. Hieruit ontstaan zuurstof en glucose. Hoe dit proces precies werkt? Daar zijn de wetenschappers nog niet uit, maar dat maakt je planten alleen maar extra mysterieus.

Analyseer het licht in je huis

Hieronder vertel ik je over de verschillende lichtcategorieën waar je alle kamerplanten in kunt onderverdelen en geef ik een aantal voorbeelden. Je kunt het licht in je huis zelf analyseren en je huis onderverdelen in de verschillende lichtcategorieeen. In mijn boek Een huis vol planten leer ik je aan de hand van handige tekeningen en schema’s alles over de lichtinval in je huis en hoe je huis onderverdeelt over de verschillende categorieën, zodat je kamerplanten nooit meer op een te lichte of te donkere plek in huis staan.

Hoe verschilt het zonlicht in de zomer, herfst en winter?

De lichtinval in je huis is niet hele jaar door hetzelfde. In de zomer is er veel meer licht, dan in de winter, wanneer de dagen veel korter zijn. Daarom is het belangrijk om ook gedurende het jaar te kijken of je planten nog goed staan.

Planten die het liefst in de volle zon staan, kunnen meestal het hele jaar op dezelfde plek staan. Alleen in de hoog zomer moet je soms oppassen: het zonlicht kan soms zelfs voor cactussen te fel worden, maar vooral bananenplanten en Strelitzia’s kunnen het te heet krijgen. Op de allerfelste en heetste dagen van het jaar kun je een dun gordijn tussen je planten en het raam hangen. Of zet ze even op een andere plek.

Een plant die van indirect licht houdt, staan in de lente en zomer misschien wel prima op een tafeltje in de woonkamer. Maar zo’n plek kan in de winter te donker worden. Dan is het verstandig om in de herfst die planten iets dichter bij het raam te zetten en in de lente deze planten weer iets verder van het raam af te zetten. Als je je plant op een plek laat staan waar het te donker is, kan hij bijvoorbeeld meer blad laten vallen. Je hoeft niet meteen een enorme volksverhuizing in te zetten als het winter wordt: sommige planten kunnen prima op dezelfde plek blijven staan, omdat ze zelf ook in rust gaan. Maar planten die in de zomer al op een redelijk donkere plek staan, help je de winter door door ze tijdelijk te verplaatsen. Ze zullen je dankbaar zijn!

In welke lichtcategorie valt mijn plant?

Wat is te veel of te weinig licht en hoeveel heeft jouw plant nodig? Er zijn verschillende lichtcategorieën waar je plant in kan vallen. Bij de indeling van de categorieën ga ik uit van de wensen van de plant: de zonaanbidders, de ochtend- of avondzonnebaders, de liefhebbers van indirect licht en de schaduwminnaars.

De categorieën zijn bepaald op basis van de omgeving waar een plant in het wild groeit. Groeit hij van nature op een plek waar hij in de zon staat te bakken, of juist op een verscholen plekje in de schaduw? Hierdoor begrijp je de lichtbehoeftes van de planten die jij in huis haalt veel beter en kun je op zoek gaan naar een soortgelijke plek, waar je plant zich het meest thuis zal voelen.

Cactussen achter het raam

De zonaanbidders: deze planten kunnen in de volle zon (direct zonlicht)

De echte zonaanbidders staan het liefst in direct zonlicht, ook wel volle zon genoemd. Een plek in de volle zon krijgt meerdere uren per dag direct zonlicht. Bij voorkeur is dit het zonlicht dat in de middag binnenvalt, want dan is de zon op haar felst. Je mag een plek onder de volle zon scharen als er minstens vier tot vijf uur direct zonlicht valt. Heb je maar een uurtje of twee direct zonlicht per dag, dan valt dat in de volgende categorie.

Lang niet alle planten houden van de volle zon. Het zijn veelal cactussen en vetplanten die het gewend zijn om heel veel direct zonlicht te ontvangen. Of juist de grote oerwoudreuzen, die boven alle andere planten uittorenen. De soorten die we daarvan in huis hebben zijn bijvoorbeeld de Strelitzia (paradijsvogelbloem) of de Musa ‘Dwarf Chavendish’ (bananenplant). Het is vooral bij deze bladplanten belangrijk om ze eerst aan de volle zon te laten wennen als je ze in huis haalt. Ze worden vaak niet in direct zonlicht gekweekt en kunnen daardoor beschadigd raken als ze in één keer heel veel licht krijgen. Zet je plant de eerste twee weken elke dag iets langer in de volle zon, zodat de bladeren eraan wennen en je plant zich goed kan aanpassen.

De ochtend- of avondzonnebaders: deze planten kunnen in half schaduw

Er zit nog een groot gebied tussen de vier tot vijf uur direct zonlicht van de zonaanbidders en de plekken in je huis waar de zon nooit direct op schijnt. Hier heb je in de ochtend of juist aan het eind van de dag een uur of twee direct zonlicht en de rest van de dag indirect licht. Het is dus een korte tijd zonnig met direct zonlicht dat op de bladeren valt, en de rest van de dag is er indirect licht.

Er zijn heel wat planten die hiervan houden. Zowel bladplanten als verschillende vetplanten zullen goed gedijen op dit soort plekken. Het zijn vaak planten die wel veel licht wensen, maar waarvoor de felle middagzon te heftig is. Denk hierbij aan stevige planten zoals de Ficus (rubberplant), Chlorophytum (graslelie) of de Pilea peperomioides (pannenkoekplant).

Qua vetplanten vinden de Ceropegia woodii (Chinees lantaarnplantje), Aeoniums (vetplant) en de Rhipsalis (koraalplant) het hier fijn. Niet alle vetplanten en cactussen groeien namelijk in de volle zon. Zo zijn er tropische hangcactussen, waaronder de Epiphyllum (orchideecactus), die tussen de takken van bomen groeien. Daar krijgen ze vooral gefilterd licht dat tussen de bladeren door valt, met zo nu en dan een beetje direct zonlicht. Ga er bij een vetplant of cactus dus niet standaard van uit dat deze plant veel zon nodig heeft.

Een Calathea op de voorgrond

Deze planten kunnen in indirect licht

Er zijn veel plekken in huis waar de zon nooit direct op schijnt, maar waar wel veel licht komt. Dit zijn de plekken met indirect licht. Het licht dat je planten bereikt, is in deze categorie altijd diffuus licht. In de natuur kun je dit vergelijken met planten die op de bodem van het oerwoud groeien. Het dikke bladerdek filtert al het directe zonlicht weg en er blijft alleen wat gefilterd licht voor de bodembedekkers over, er valt zelden tot nooit volle zon op hun bladeren. Het zijn vooral tropische planten die in deze categorie vallen en deze zijn ideaal voor onze woonkamers, omdat de temperatuur vaak lekker hoog is. Deze planten hebben vaak grote bladeren, om in hun natuurlijke habitat zo veel mogelijk licht mee op te vangen.

Planten die in deze categorie vallen, zijn bijvoorbeeld de Monstera (gatenplant), Alocasia (olifantsoor) of Calathea (bidplant). Andere soorten hebben zich zo ontwikkeld dat ze naar het licht toe klimmen. Aan deze klimplanten, zoals de Epipremnum aureum (drakenklimop) en Philodendron scandens (hartjesblad-philodendron), groeit tegenover elk blad een luchtwortel, waarmee hij zich kan vastgrijpen aan een boom. In veel gevallen hebben wij deze klimplanten juist als hangplanten in huis.

Schaduwminnaars: deze planten kunnen in de schaduw

Het indirecte licht loopt langzaam over in schaduw. Een plek net achter een kast of een aantal meter van het raam is een voorbeeld van een schaduwplek. Hier lees je nog meer voorbeelden van schaduwplekken. Zo’n plek kan een echte uitdaging zijn. Sommige huizen hebben veel schaduwplekken en andere helemaal niet, afgezien van een donkere hal. Er zijn niet veel planten die hiervan gelukkig worden. Het zijn vooral varens die goed gedijen op schaduwplekken. Gelukkig zijn er enorm veel verschillende soorten varens. Van heel gevoelige dramaqueens tot sterke types. Een grote plant die in de schaduw goed gedijt, is lastig om te vinden. Omdat er weinig licht is, groeien schaduwplanten meestal niet tot enorme hoogtes. Kijk bij de bonuscategorie hieronder voor een aantal flexibele planten die zo sterk zijn dat ze ook in de schaduw kunnen staan.

Ik met een Sansevieria Whale Fin

Bonuscategorie: de flexibelen

Sommige planten zullen op veel plekken prima groeien. Ze zijn vaak supersterk en kunnen zich goed aan verschillende omstandigheden aanpassen. De ene plek zullen ze fijner vinden dan de andere, maar hun overlevingskracht is zo groot dat ze het ook op moeilijke plekken goed doen. Dan heb ik het bijvoorbeeld over de Sansevieria (vrouwentong) en de Zamioculcas zamiifolia (ZZ-plant). Deze planten zullen in de donkerste schaduw overleven, maar kunnen ook veel licht hebben. Sommige vinden het zelfs in de volle zon prima, maar bij andere planten zal dat resulteren in gele bladeren. Dan krijgt hij toch iets te veel licht en kan je beter een donkerder plekje zoeken.

Zorg er altijd voor dat er wel iets van daglicht bij je plant terechtkomt, want helemaal zonder licht gaat geen enkele plant het redden. Er zijn niet veel van dit soort planten die in de schaduw kunnen overleven, dus daarom hier een rijtje van de beste planten voor donkere plekken in huis:

Yucca elephantipes (palmlelie), Dracaena marginata (drakenbloedboom), Aglaonema ‘Silver Bay’ (Chinese evergreen), Aspidistra elatior (kwartjesplant), Beaucarnea recurvata (olifantspoot), Chamaedorea Metallica (Mexicaanse dwergpalm), varens, Sansevieria (vrouwentong), Zamioculcas zamiifolia (ZZ-plant).

Oplossing voor te donkere plekken: een groeilamp!

Wil je andere planten op een relatief donkere plek plaatsen, of heb je een ruimte zonder enig natuurlijk licht? Kijk dan naar een groeilamp! Een LED-groeilamp kost niet veel energie, terwijl je planten het er super goed op doen. Er zijn lampen die je in een fitting kunt draaien tot design lampen die je midden in je huis wilt zetten. Wil je meer over groeilampen leren, bekijk dan dit artikel + video met alles wat je moet weten over groeilampen voor je planten.

Leer meer over de lichtbehoefte van jouw kamerplanten

In mijn boek Een huis vol planten leer ik je alles over de lichtinval in je huis. Je leert aan de hand van handige tekeningen en schema’s het licht in je huis in alle seizoenen te analyseren, om zo je kamerplanten en hun lichtbehoeftes beter te begrijpen. Je kamerplanten staan nooit meer op een te lichte of te donkere plek: voortaan weet je precies welke plant op welke plek in je huis gelukkig wordt!
Bekijk mijn boek Een huis vol planten

⭐⭐⭐⭐⭐ 4,9/5 (94 reviews)


Gerelateerde posts over licht

BlogMama Botanicabasics, licht