De beste plek in huis: Christusdoorn (Euphorbia milii)

Mijn Christusdoorn, vlak voordat ik hem ging verpotten en stekken. Foto: Aline Bouma

De Christusdoorn (ook bekend als Euphorbia milii) is een echte klassieker. Deze kamerplant is makkelijk in de verzorging en wordt met gemak jaren oud. Wat voor licht, water en andere behoeftes de Euphorbia milii heeft, lees je in dit artikel. Ik verklap alvast: de Christusdoorn is een echte zonnebader!

Herkomst van de Christusdoorn (Euphorbia milii)

De Christusdoorn wordt al duizenden jaren als kamerplant gehouden, dus je kunt er vanuit gaan dat het een sterke is. Oorspronkelijk komt de Christusdoorn uit Madagaskar, waar het op rotsachtige, zonnige plekken groeit. Grof en tegelijkertijd verfijnd. Deze Euphorbia, ook wel de Christusdoorn genoemd, krijgt stevige stengels met fikse stekels en maakt tegelijkertijd schattige, minuscule bloemetjes die met roze blad omringd worden.

Let op: deze plant is giftig! Eet hem niet op, pas op met het sap dat eruit vloeit als je snoeit of hem per ongeluk beschadigd. Geen handige plant voor onhandige huisdieren of kleine kinderen (al hebben de stekels een goede afschrikwekkende functie).

Hoeveel licht heeft de Christusdoorn (Euphorbia milii) nodig?

De Christusdoorn is een echte zonnebader, hij staat het liefst de hele dag in direct zonlicht, ook wel volle zon genoemd. Een plek in de volle zon krijgt meerdere uren (minstens vier uur per dag) direct zonlicht. Bij voorkeur is dit het zonlicht dat in de middag binnenvalt, want dan is de zon op haar felst.

Maar het kan zelfs de Christusdoorn soms te veel worden: de blaadjes kunnen rood kleuren als de plant in het hoogst van de zomer het te heet krijgt. Op zich niks erg, in de natuur hebben de blaadjes ook maar een korte levensduur. Maar wil je je plant vol blad houden, zet hem dan iets beschutter in het heetst van de zomer.

Heb je geen plek in de volle zon, maar wel de wens om een Euphorbia milii te hebben? Op zich overleeft de plant prima op een plek met indirect licht. Hier valt er geen volle zon op het blad, maar staat je plant ook niet in een donker hoekje. Het resultaat van een plek met minder licht is dat je plant meer blad zal laten vallen en minder lang en minder vaak zal bloeien. Ook zal de groei langzamer zijn. Mijn eigen plant heeft het jaren op een plek met indirect licht overleefd (al is ze nu erg blij om in de volle zon te staan.

Close up van de Christusdoorn met z’n felle stekels en fris groene bladeren.

Hoeveel water heeft de Christusdoorn (Euphorbia milii) nodig?

De Euphorbia milii is een echte vetplant. Dat betekent dat de plant veel vocht in zijn stam en blad op kan slaan. Hij kan dus best een tijd droog staan, voordat je opnieuw water geeft. Potgrond die te lang nat blijft kan zorgen voor wortelrot en hierdoor kan je hele plant wegrotten. In zo’n geval zie je vaak eerst dat de bladeren zacht en geel worden en afvallen. Als de rot al ver is doorgezet, zullen de stammetjes aan de onderkant zacht worden. Je kunt de plant dan nog redden door hem te stekken.

Geef in de warme maanden 1x in de twee weken water en in de koude maanden 1x per maand. Controleer altijd eerst de grond, voordat je water geeft. Voelt deze nog vochtig? Dan wacht je nog een week. Een Christusdoorn kan beter tegen te weinig water dan tegen te veel.

Je kunt gewoon kraanwater aan de Christusdoorn geven, zorg er wel voor dat dat in de winter op kamertemperatuur is gekomen. Regenwater is ook een goede, duurzame, optie.

Hoeveel voeding heeft de Euphorbia milii (Christusdoorn) nodig?

Deze plant groeit niet erg snel en heeft ook niet veel voeding nodig. Maar geef ook niet niks, zodat je plant wel voldoende voedingsstoffen heeft om zoveel mogelijk blad te behouden. Eén per maand in het groeiseizoen is ruim voldoende. Mijn favoriete plantenvoeding op dit moment is de House Plant Elixer van Hesi via bol. Hier zit alles in wat je plant nodig heeft qua voeding en je kunt het voor al je planten gebruiken. Maar als je nog plantenvoeding in je kast hebt liggen, moet je eerst die opmaken natuurlijk! Hou altijd de verhoudingen op de verpakking aan bij het geven van plantenvoeding.

Hoe vaak moet de Christusdoorn (Euphorbia milii) verpot worden en met welke potgrond?

Het wortelgestel van de Christusdoorn wordt niet heel groot. Daarnaast is het ook nog eens een vetplant, die graag wat aan de krappe kant in de pot staat. Verpotten is dus niet vaak nodig. Zelfs na jaren in dezelfde pot, doet de plant het nog prima is mijn ervaring. Als je je plant wel verpot, en je ziet dat de pot eigenlijk nog niet is dicht gegroeid met wortels, kun je er ook voor kiezen om de plant met nieuwe potgrond in dezelfde pot terug te zetten.

De potgrond van de Christusdoorn moet niet te lang nat blijven, dus kies voor een grove potgrond of een speciale cactusgrond, zoals deze turfvrije cactuspotgrond via bol. Je kunt ook zelf een mengsel maken. Neem als basis een turfvrije potgrond en meng hier zand (speelzand of ophoogzand), perliet, zoals deze via bol en (optioneel) steentjes doorheen. Gebruik een verhouding van ongeveer 3 handjes potgrond, 1 handje zand, 1 handje perliet en 1 handje steentjes.

Zet je plant het liefst in een pot met gaten onderin, als je dan te veel water geeft, kan het er onderuit lopen. Bij een plant in een dichte pot moet je beter opletten dat je niet te veel water geeft. Verpot je plant het liefst in het voorjaar, zodat je plant met de nieuwe voedingsstoffen en ruimte flink kan gaan groeien in het nieuwe groeiseizoen.

Kun je de Christusdoorn (Euphorbia milii) snoeien?

De Christusdoorn reageert vrij goed op snoeien. Een plant die nooit gesnoeid wordt, zal na verloop van tijd lang en slungelig worden. Als je hem wel snoeit, zal de stam zich vertakken, waardoor je plant beter in vorm blijft en voller wordt.

Pas met snoeien op het sap dat zich in de plant bevindt. Dit is giftig en kan irritaties veroorzaken. Trek dus even handschoenen aan en houdt een doekje bij de hand om het vocht op te vangen.

Hoe hoog je de stam doorknipt, kun je zelf bepalen. Zolang de wortels gezond zijn, kan de Euphorbia flink terug gesnoeid worden zonder zorgen. Snij met een schoon en scherp mes de stam recht door, zodat de snijwond zo klein mogelijk is. Na het wegvegen de eerste golf sap, kun je de wond aan de lucht laten drogen. De stukken die je van je plant afknipt, kun je gebruiken om hem te stekken. Maak je mes na het snoeien weer schoon, zodat het sap niet op je mes opdroogt.

Snoeien doe je het liefst aan het begin van het groeiseizoen, zo kan de plant weer goed uitlopen.

Afgestorven bloemen van de Euphorbia milii. Foto: Aline Bouma

Waarom bloeit mijn Euphorbia milii (Christusdoorn) niet?

De Euphorbia milii bloeit vaak lang en gemakkelijk het hele jaar door. De echte bloemen zijn erg klein en onopvallend, maar ze worden vergezeld door twee kleurige blaadjes die wel de aandacht trekken. Vaak zijn deze rood of roze, maar er zijn ook gele, witte of zelf bonte varianten.

Als jouw plant niet bloeit in de wintermaanden, zijn er geen zoden aan de dijk. Maar als je plant al jaren geen bloemetjes heeft gemaakt, zou je de verzorging wat kunnen aanpassen. Vaak is een gebrek aan zonlicht het probleem: als je plant te donker staat, zal de bloei achteruit gaan. Kijk ook of je plant verpot moet worden of misschien behoefte heeft aan regelmatig een beetje plantenvoeding (volg altijd de aanwijzingen op de verpakking).

Als de bloemetjes sterven, dan blijven ze bruin en zielig aan de plant hangen. Haal daarom zo nu en dan alle afgestorven bloemen uit je plant, zo blijft hij er mooi uit zien.

Wat voor temperatuur en luchtvochtigheid heeft de Christusdoorn (Euphorbia milii) nodig?

Qua luchtvochtigheid heeft de Christusdoorn niet zoveel eisen. Een hoge luchtvochtigheid is zeker niet nodig, maar ook niet problematisch.

De temperatuur moet echter niet te laag worden of te veel schommelen. Net als de meeste kamerplanten houdt de Euphorbia milii niet van temperaturen onder de 15 graden. Gelukkig heeft mijn plant een aantal winters in mijn werkkamer overleefd, waar het in de winter vaak tot een graad of 12/13 kan dalen. Maar een lange tijd in de vrieskou moet je je plant zeker niet aan doen. Een plek in een verwarmde woonkamer is ideaal voor deze plant.

Eventueel kan de plant in de zomermaanden ook buiten staan, al zijn er ook berichten van planten die veel blad laten vallen als ze worden verplaatst (heb ik zelf nog niets van gemerkt, maar wees gewaarschuwd). Zet je plant niet direct in de volle zon buiten, die is veel heftiger dan de volle zon binnen. Een plek met wat volle zon in de ochtend of het eind van de dag is ideaal voor je plant om te wennen. Zodra de temperaturen ‘s nachts weer koeler worden, verplaats je de plant weer naar binnen.

Stekken van de Christusdoorn.

Kun je de Euphorbia milii (Christusdoorn) stekken?

Ja, dat kan zeker! Een beknopte omschrijving van hoe je deze plant stekt lees je hier: zo stek je de Christusdoorn.

Mijn persoonlijk ervaring met de Euphorbia milii (Christusdoorn)

Dit is een van mijn eerste planten, gegroeid uit stekjes van mijn vaders gigantische Christusdoorn. Ik was altijd al gefascineerd door deze plant en wilde hem ook graag zelf in huis hebben. Hij is nu al zeker 15 jaar oud. Hij groeit alle kanten op en dat vind ik extra leuk.

Mijn christusdoorn stond tijdenlang vrij ver van het raam af, op een plek zonder direct zonlicht. Het gevolg is dat de plant niet zoveel bladeren had. Ook was hij in al die jaren nog nooit verpot (tenminste, niet dat ik me kan herinneren!). Eind 2024 heeft hij dan eindelijk nieuwe potgrond gekregen en een plek in de woonkamer met meer licht en een hogere temperatuur. Het was niet nodig om de plant een grotere pot te geven: de wortels hadden de huidige pot nog niet gevuld.

Ook snoeide ik de plant wat terug en stak ik het afgeknipte deel direct in de potgrond naast de moederplant. Dat lijkt vooralsnog goed te gaan. Nieuwe groei aan de gesnoeide stengel heb ik nog niet gezien, maar dat komt zeker in het voorjaar. Ondertussen zie ik op de rest van de plant al wel veel nieuwe bladeren groeien en zie ik dat de plant meer blad heeft. Nu kijken of mijn plant ook ooit net zo wild wordt als die van mijn vader.

Wil je meer leren over de lichtbehoefte van jouw kamerplanten?

Bekijk dan mijn boek Een huis vol planten. In dit boek leer ik je alles over de lichtinval in je huis. Je leert het licht in je huis te analyseren, om zo je kamerplanten en hun lichtbehoeftes beter te begrijpen. Je kamerplanten staan nooit meer op een te lichte of te donkere plek: voortaan weet je precies welke plant op welke plek in je huis gelukkig wordt! Bekijk mijn boek Een huis vol planten

⭐⭐⭐⭐⭐ 4,9/5 (94 reviews)