Ik help jou graag je plantenliefde en kennis over kamerplanten te ontwikkelen! Daarom geef ik hieronder wekelijks antwoord op een plantenvraag.

’Beste Iris, ik heb een soort bonsaiboompje van mijn oma geërfd. Wat voor soort het precies is, weet ik niet. Ik heb hem al drie maanden maar er komen telkens meer gele blaadjes bij. Zelf geef ik de plant eens per 2 weken een beetje water en staat hij bij het raam. Ik ben gehecht aan deze plant en ben dan ook dringend opzoek naar advies. Ik weet niet of ik de plant moet overpotten, hij zit al 10 jaar in deze pot. Ik zou wat advies zeer op prijs stellen.’

- Reinier

Hoi Reinier! Wat fijn dat je nog zo’n mooie herinnering aan je oma in huis hebt. Dan is het extra belangrijk dat je plant goed gaat groeien. Jouw bonsai boompje is een Ficus ginseng, de plant die het meest gebruikt voor reguliere bonsai boompjes.

Het nadeel aan Ficussen is dat ze helemaal niet houden van verplaatst worden en het kan zijn dat je plant daarom zijn blaadjes laat vallen. Soms moet je plant dus even wennen aan de nieuwe plek. Maar zelfs al is je plant helemaal kaal, dan nog kan hij weer gezonde nieuwe groei maken. Wat ik zou doen is je plant nieuwe potgrond geven, een goede snoeibeurt geven en goed opletten of de grond niet te droog valt. Hierdoor heb je grote kans dat hij weer gezond uit gaat lopen.

Verpotten
Een bonsai boompje blijft onder andere klein, omdat ze niet in een grote pot staan. Doordat de wortels weinig ruimte hebben, groeit de plant niet zo groot. Je wilt hem dus niet een grotere pot geven. Maar omdat hij al 10 jaar in dezelfde pot staat, is het wel fijn om de grond te verversen. Haal je plant dus uit zijn potje en haal voorzichtig de oude aarde weg. Er mag best nog wat tussen de wortels blijven zitten, zolang je het meeste maar weg haalt. Verdroogde wortels kun je meteen afsnijden. Maak ook je binnenpotje even schoon en zet je plant met verse potgrond terug in de pot.

Snoeien
Snoei je plant regelmatig. Dat zorgt ervoor dat hij mooi in vorm blijft en geen extreem lange uitloper groeit. Kale uitlopers kun je helemaal bij de stam afknippen. Lange uitlopers vol met blad knip je een paar centimeter boven de stam net boven een blad af. Hierdoor gaan de uitlopers vertakken en zullen er uit de stam nieuwe uitlopers gaan groeien. Dit kun je zeker een keer per jaar doen in het voorjaar. In dit geval zou ik niet direct al het groen van je plant afknippen, maar enkele gezonde takken nog even laten groeien. Als je ook nieuwe uitlopers ziet groeien, kun je de oudere groei ook wat inkorten. Zo voorkom je dat de plant helemaal geen energie kan produceren omdat er geen bladeren meer aan zitten.

Vaste plek en voldoende water
Probeer je plant ook niet meer te verplaatsen. Zoek een plek met veel indirect licht en zorg ervoor dat de grond niet te droog wordt. Je mag waarschijnlijk vaker dan een keer per twee weken water geven, de grond mag licht vochtig blijven. In de herfst en winter mag het een keer per week water, als het erg warm is in de zomer misschien wel twee keer per week. Regelmatig even de grond checken dus!

Heb jij ook een plantenvraag? Stel je vraag dan via www.mamabotanica.nl/plantenvraag

Wil je meer leren over de lichtbehoefte van jouw kamerplanten?

Bekijk dan mijn boek Een huis vol planten. In dit boek leer ik je alles over de lichtinval in je huis. Je leert het licht in je huis te analyseren, om zo je kamerplanten en hun lichtbehoeftes beter te begrijpen. Je kamerplanten staan nooit meer op een te lichte of te donkere plek: voortaan weet je precies welke plant op welke plek in je huis gelukkig wordt!
Bekijk mijn boek Een huis vol planten op Bol.com

Gerelateerde Plantenvragen