De Christusdoorn (ook bekend als Euphorbia milii) staat het liefst in direct zonlicht, ook wel volle zon genoemd. Een plek in de volle zon krijgt meerdere uren (minstens vier uur per dag) direct zonlicht. Bij voorkeur is dit het zonlicht dat in de middag binnenvalt, want dan is de zon op haar felst. De Christusdoorn is dus een echte zonnebader!

Grof en tegelijkertijd verfijnd. Deze Euphorbia, ook wel de christusdoorn genoemd, krijgt stevige stengels met fikse stekels en maakt tegelijkertijd schattige bloemetjes die met roze blad omringd worden.

Dit is een van mijn eerste planten, gegroeid uit stekjes van mijn vaders gigantische christusdoorn. Ik was altijd al gefascineerd door deze plant en wilde hem ook graag zelf in huis hebben. Hij is nu al zeker 10 jaar oud. Hij groeit alle kanten op en dat vind ik extra leuk. Je kunt hem ook iets minder wild laten groeien, door de plant zo nu en dan te snoeien. Je plant zal dan meer gaan vertakken en wat compacter blijven. Pas wel op dat het witte sap dat uit de stam druppelt bij het snoeien niet op je huid komt, dat kan namelijk irriteren. Even handschoenen aan en een doekje bij de hand houden om het vocht op te vangen.

Mijn christusdoorn staat vrij ver van het raam af. Hier valt eigenlijk nooit direct zonlicht op de plant. Het gevolg is dat de plant niet zoveel bladeren heeft. Wil je een variant die groener is? Zet hem dan op een lichtere plek. Deze Euphorbia kan zelfs lekker in de volle zon staan bakken. Zo zie je maar dat een plant die te donker staat, niet per se doodgaat, maar gewoon net iets anders groeit.

Wil je meer leren over de lichtbehoefte van jouw kamerplanten?

Bekijk dan mijn boek Een huis vol planten. In dit boek leer ik je alles over de lichtinval in je huis. Je leert het licht in je huis te analyseren, om zo je kamerplanten en hun lichtbehoeftes beter te begrijpen. Je kamerplanten staan nooit meer op een te lichte of te donkere plek: voortaan weet je precies welke plant op welke plek in je huis gelukkig wordt! Bekijk mijn boek Een huis vol planten