De beste plek in huis: Alocasia (olifantsoor)
De Alocasia (ook bekend als olifantsoor) houdt van plekken in huis waar de zon nooit direct op schijnt, maar waar wel veel licht komt. Dit zijn de plekken met indirect licht. Het licht dat je planten bereikt, is in deze categorie altijd diffuus licht. In de natuur kun je dit vergelijken met planten die op de bodem van het oerwoud groeien. Het dikke bladerdek filtert al het directe zonlicht weg en er blijft alleen wat gefilterd licht voor de bodembedekkers over, er valt zelden tot nooit volle zon op hun bladeren.
De bladeren van mijn Alocasia Stingray lijken wel te zweven door de lucht! Je komt niet vaak zo’n elegante plant tegen. Ik heb veel verschillende Alocasia’s gehad en niet altijd met evenveel succes. Het zijn zeker niet de makkelijkste planten om in huis goed te hou- den, want ze stellen veel eisen aan de verzorging. Een keer te veel of te weinig water geven kan al resulteren in een zielige plant.
Jongere en kleinere soorten willen een plek met veel indirect licht, daarom staat de plant bij mij vlak bij een raam op het oosten. Volwassen planten kunnen wel wat direct zonlicht aan, maar pas op met de felle middagzon. Als het zonlicht te fel is, verschijnen er droge bruine plekken op de bladeren. Koop je voor het eerste een Alocasia, kies dan een cucullata, portodora of wentii. Deze soorten zijn wat sterker en makkelijker in de verzorging dan bijvoorbeeld de Alocasia amazonica ‘Polly’.
Het is heel normaal bij Alocasia’s dat de oudere bladeren, die aan de buitenkant van het stammetje zitten, afsterven wanneer er nieuw blad ontstaat. Een enkel oud blad dat geel wordt, is dus geen reden tot paniek. In de winter verliezen ze vaak wat meer bladeren, maar in het voorjaar groeien deze zeker weer aan. Ver- der houden ze van hoge luchtvochtigheid, dus een paar keer per week sproeien met de plantenspuit zal je Alocasia goeddoen.
Wil je meer leren over de lichtbehoefte van jouw kamerplanten?
Bekijk dan mijn boek Een huis vol planten. In dit boek leer ik je alles over de lichtinval in je huis. Je leert het licht in je huis te analyseren, om zo je kamerplanten en hun lichtbehoeftes beter te begrijpen. Je kamerplanten staan nooit meer op een te lichte of te donkere plek: voortaan weet je precies welke plant op welke plek in je huis gelukkig wordt! Bekijk mijn boek Een huis vol planten