Je planten vertellen je veel over hoe ze zich voelen. Verder is het aan ons om die tekenen te leren interpreteren en ervoor te zorgen dat je je planten het beste verzorgt. Cactussen groeien natuurlijk langzaam, maar toch kan je bepaalde problemen herkennen. Het grootste probleem is vaak te weinig licht, daarom dat je ik je daar graag wat meer over vertel. 

Cactussen houden van zon. Er zijn een paar uitzonderingen, maar verder krijgen ze het liefst zoveel mogelijk direct zonlicht. Staan ze op een ander plekje in je huis mooier? Dan kan het zijn dat je cactus niet echt happy wordt. Hoe herken je het dat je cactus te weinig licht krijgt? Cactussen groeien niet snel, dus vaak merk je pas later als ze niet blij zijn op een plek. Toch zijn er zeker tekenen die je kunt herkennen, voordat het te laat is en je cactus het van verdriet heeft opgegeven.

Groeispurt, ielige en vervormde groei
Een cactus die te donker staat, gaat altijd op zoek naar meer licht. En om in de tussentijd energie te besparen, zal de nieuwe groei vervormd en ielig zijn. De groei is niet mooi rond en vol, maar dun en langgerekt, misschien zelfs puntig bij een bolcactus. Dat is een teken dat de cactus op zoek is naar meer licht. Soms gaat deze groei heel snel, omdat een cactus zo snel mogelijk licht wilt vinden. Die groeispurt is helaas helemaal niet goed voor je cactus, al zal je in eerste instantie misschien denken dat het juist goed gaat. 
Dit proces heet etiolering, waarbij je cactus vaak ook een beetje gelig wordt, in plaats van diep groen. Je krijgt er slappe en ongezonde planten van.
Een aantal voorbeelden hiervan zijn: een cactus die eerste een bolletje was, maar nu opeens langwerpig wordt met een smalle punt aan de top. Een opuntia (die cactus met ‘konijnen oortjes’) waarvan de nieuwe ‘oortjes’ lang en dun de hoogte in groeien. Een cactus met een ongezonde lichtgroene kleur, of een cactus die wat slap hangt. 

Herstel
Okee, je hebt het probleem herkent en wilt er alles aan doen om je cactus een betere toekomst te geven. Met voldoende licht, bijvoorbeeld op een mooie plekje in de vensterbank. Zet je cactus nu niet in één keer in de volle zon, maar laat hem er een beetje aan wennen. Wanneer je hem telkens een stukje dichterbij het raam zet, heb je minder kans op zonneschade door het plotselinge vele licht.  
Een beter plekje betekent overigens niet dat de ielige groei opeens mooi vol zal worden. De cactus zal boven de ielige groei weer breder uit gaan lopen, waardoor je een uniek gevormde cactus krijgt. 
Bij sommige cactussen kun je de vervormde groei makkelijk verwijderen, bijvoorbeeld door het afsnijden van de misvormde ‘oortjes’ van de Opuntia. Andere zullen de gevolgen van het weinige licht blijven dragen. Maar je ziet in ieder geval het levensverhaal van je cactus weerspiegeld!

Als je cactus dan weer goed aan het groeien is, is het misschien wel leuk om er een stekexperiment mee te doen. In deze video deel ik de basics van het stekken van cactussen en laat van een aantal verschillende soorten cactussen zien hoe je ze het beste kunt stekken.

Wil je meer leren over de lichtbehoefte van jouw kamerplanten?

Bekijk dan mijn boek Een huis vol planten. In dit boek leer ik je alles over de lichtinval in je huis. Je leert het licht in je huis te analyseren, om zo je kamerplanten en hun lichtbehoeftes beter te begrijpen. Je kamerplanten staan nooit meer op een te lichte of te donkere plek: voortaan weet je precies welke plant op welke plek in je huis gelukkig wordt!
Bekijk mijn boek Een huis vol planten

Gerelateerde posts over licht